vrijdag 30 september 2011

Crag-info: Lumignano


Tussen Verona en Venetië ligt Lumignano, een klein dorp aan de voet van Monte Berici. In Lumignano wonen nog geen 1000 inwoners, maar je vindt er wel 13 rotsmassieven. Ook in de nabije omgeving zijn nog 3 andere dorpen waar je kunt klimmen: Montecchio, Barbarano en Castegnero. Daarmee is Lumignano naast Arco en Finale één van de grootste klimgebieden van Noord-Italië, maar waarschijnlijk ook de meest onbekende. Lumignano heeft eigenlijk alles wat je mag verwachten van een goed sportklimgebied, leuk dorpje met vriendelijke bewoners, mooie massieven op loopafstand, winkels, bar en pizzeria binnen handbereik. Toch hebben we Lumignano met een heel dubbel gevoel verlaten.

De rots en de routes
De kalkmassieven zijn veelal tussen de 15 en 40 meter hoog. De meeste hebben een niveau tussen de 6a en 8c. Er zijn ook enkele vijfjes en er is zelfs een kleine sector voor beginners, maar na een dag klimmen ben je hier wel klaar.
De routes die je er vindt zijn zeer afwisselend. Van steile wanden tot stevige overhangen. Daarnaast vind je ook mooie versnijdingen met kleine randjes, maar ook heel veel pockets. Wat opvalt is dat in Lumignano de natuur nog al eens een handje geholpen is. Naast de natuurlijke pockets zijn er ook veel die met de boormachine zijn gemaakt. Er zijn zelfs massieven waar geen enkele route zit die niet is bewerkt. Maar gelukkig zijn er ook massieven waar men wel de rots 'met rust' heeft gelaten.

Waardering van de routes
De waardering van de routes in Lumignano zou je zeer bijzonder kunnen noemen. Over het algemeen zijn de routes zeer hard gewaardeerd. Maar wat veel meer problematisch is, ze zijn zeer inconsequent gewaardeerd. Zo staan er routes als 6a in de topo, die vergelijkbaar zijn met een 'normale' 6a in een willekeurig ander gebied. Maar er staan ook routes als 6a aangegeven die realistisch gezien eerder 7a of 7b zouden zijn. Kortom, aan de waardering die je in de topo vindt heb je eigenlijk niet zoveel. Dit maakt het gebied erg ontoegankelijk voor nieuwkomers. Voor je het weet ben je de hele dag bezig met het klimmen van routes waar je nier doorheen komt. Daarmee kan het je klimplezier aardig bederven. Als je een paar vakantiedagen hebt om een sportklimgebied te bezoeken dan zit je hier niet op te wachten.

Behaking
In 1924 zijn hier de eerste beklimmingen gedaan. Het duurde echter tot de jaren zeventig en tachtig voor er een groot aantal sportklimroutes is geopend. Inmiddels zijn de meeste routes (mar niet alle) gesaneerd: de mephaken zijn vervangen door moderne haken en ook zijn er goede standplaatsen aangebracht.

De beste tijd
In Lumignano kan het erg warm worden. De wanden in Lumignano zijn voornamelijk op het zuiden en westen georiënteerd: ideaal voor het voor- en najaar. Wellicht kun je er ook in de winter nog wel terecht. Er zijn ook enkele oostwanden, zodat er in de zomer ook nog wel geklommen kan worden. De lokale klimmers komen in de zomer vaak 's avonds klimmen.

Verblijf
Het is niet mogelijk om in Lumignano te kamperen. De dichtstbijzijnde camping ligt in Vicenza, ongeveer 15 km ten noorden van Lumignano: Camping Vicenza, www.campingvicenza.it Aan de rand van het dorp is een parkeerplaats voor zo'n 10 auto's. Er is een toiletgebouwtje dat volgens onze topo open is in de periode maart-september. Er staan twee picknickbanken en er is een buitenkraan met drinkwater. Op deze parkeerplaats wordt bivak getolereerd, mits je er onopvallend verblijft.

In Lumignano zijn 2 kleine supermarkten, een bar en een pizzeria.

Topo's:
Informatie over de topo's zie de topo review.

Non-stop-waardering: 2,5 sterren.

Esther

woensdag 28 september 2011

De Krullevaar

Prrt Tralieloe
De topo van Lumignano staan verschillende tips voor regenachtige of rustdagen. Zo is er in de rotsen een grotwoning te vinden. Volgens de overlevering een plaats waar twee heiligen heen gingen om zich te bezinnen. Na een dag klimmen wilde ik er wel even een kijkje nemen. Onderweg hoorden we een  luid gepiep gevolgd door geruis van bladeren en een PLOF; vanachter een waterpomp kwam een monsterlijk groot kuiken op ons af rennen. Het klom op mijn schoen en bleef daar zitten piepen en fladderen. Het beestje had grote poten, een vreemd gevormde grote bruine snavel en brede vleugels.
Vogelkenners als wij zijn, dachten we meteen het jong van een roofvogel gevonden te hebben. Maar ja, roofvogelouders kun je maar beter niet in de weg lopen, dus we keken eerst om ons heen of we niet zouden worden aangevallen door een boze vogelouder. We zagen niets – ook geen nest, maar wel een boom die helemaal ondergepoept was – ergens in de buurt moest het nest zitten. We probeerden het beestje wat van ons brood en een overrijpe vijg te voeren, maar dat wilde hij niet. Ook probeerden we hem wat te laten drinken, maar ook dat viel niet in de smaak. We wisten niet goed wat te doen: moesten we hem naar de volgelopvang brengen, zo die er al zou zijn op het Noord-Italiaanse platteland? Zelf 'opvoeden' kon niet – alhoewel Pieter het wel leuk zou hebben gevonden om een gier groot te brengen. Een mussenjong of een duivenjong niet, maar een roofvogeljong, dat vond hij wel de moeite waard. Huhu, heel handig in zo'n bus.
We besloten verder te lopen en rond te kijken naar een nest. De grotwoning lag ergens boven ons en misschien zagen we van daaraf wel het nest en dan konden we hem misschien terugzetten. Het kostte wel wat moeite om van het kuiken los te komen – het volgde ons op de voet.
Bij de grotwoning aangekomen, werden we belemmerd door een hek: verboden toegang, privé bezit. Naast het hek een muurtje van rots. Tja, klimmers en rots – daar konden we wel overheen. En het was ten slotte voor de goede zaak? Grappig was dat het muurtje helemaal glad was geklommen – we waren niet de eersten die het hek omzeilden... Bij de grotwoning aangekomen konden we niet verder.   Een nest zagen we niet, maar we hoorden wel wat gekras van een vogel (een bezorgde vogelouder?).
Toen maar weer terug gegaan naar het kuiken. Het was makkelijk om hem terug te vinden: hij kwam heel enthousiast aanhollen! Tjonge, het leek wel of hij ons geadopteerd had.
grotwoning
Nog maar even rondgekeken of er een nest was waar we bij konden komen, maar niets, alleen maar één of andere duif die ons zat te bekijken. We besloten naar de bus te gaan en via internet uit te zoeken wat voor beest het was, wat hij at en of er een vogelopvang was. Het vogeltje teruggezet waar hij neergekomen was in de hoop dat zijn vader of moeder hem van de grond zou komen plukken om het verder te verzorgen. En als we hulp konden vinden, zouden we hem weer gaan zoeken.
Bij de bus aangekomen meteen in mijn vogelboek gekeken, maar daar staan geen kuikens in en het beest leek op geen van de volwassen vogels. Daarna op facebook en op www.waarneming.nl een foto geplaatst van het monstertje. Via Facebook kwamen de meest wilde speculaties op gang: van de Krullevaar van Puk van de Petteflet tot een dodo.  Op 'waarneming' kwam op een gegeven moment de melding dat het om het jong van de houtduif zou gaan. Tja, foto's op internet gezocht – en ja hoor, deze duif krijgt stevige jongen en ze lijken in geen enkel opzicht op de volwassen exemplaren! Een in Afrika wonende vriend melde via  Facebook dat het kuiken inderdaad veel leek op de duivenjongen die hij ooit eens tijdens een feest in Timboektoe op zijn bord kreeg...
Tja, had die duif in het bos misschien toch iets te maken met dit kuiken? Hopelijk heeft ze haar jong nog kunnen 'redden'.

Esther

maandag 26 september 2011

Het vijgenmannetje

Klimmers zijn niet altijd geliefd in de dorpen waar de klimmassieven liggen. De drukte en de parkeeroverlast is voor lokale bewoners vaak een bron van ergernis. Maar hier in Lumignano zijn ze tot nu toe heel erg vriendelijk. In iedere winkel die je binnen komt is het eerste wat men vraagt of  je 'klimmer' bent. Waarna men, na een bevestigend antwoord, goedkeurend knikt en je details omtrent de weersverwachting geeft.

We staan hier op een parkeerplaats voor wandelaars aan de rand van het dorp. Vanuit hier starten diverse wandelingen door de heuvels van Monte Berici. Bivakkeren is officieel niet toegestaan, maar als je geen lawaai of rotzooi maakt, dan wordt het gedoogd. Er is zelfs een kraan met drinkwater en een toilet! Maar het toppunt van gastvrijheid is toch wel de man die hier elke dag met zijn kruiwagen langs komt om wat verse groenten van zijn akkertje te halen. Hij stopt nu al twee dagen bij onze bus om ons verse vijgen te geven.  Een mooier gebaar van gastvrijheid kun je je toch niet wensen!

Pieter

vrijdag 23 september 2011

Crag-info: Dolomieten, Sellagroep


Eind augustus zijn we vertrokken naar de Dolomieten (Noord-Italië, Süd-Tirol). We hebben geklommen in de buurt van Grödnerjoch en Sellajoch. Dit prachtige en uitgestrekte berggebied stond hoog bovenaan ons wensenlijstje. In de Dolomieten wordt al sinds jaar en dag geklommen. In dit deel zijn met name in de periode 1850-1890 veel routes geopend. Een groot aantal routes is behouden gebleven in de originele staat.

De Dolomieten zijn door de UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed. Ik weet niet of het er mee te maken heeft, maar het is er heel erg druk. De hele dag hoor je motoren over de passen scheuren. Ook rijden er veel touringcars rond. Als je stilte zoekt, ben je hier aan het verkeerde adres. Gelukkig wordt het na 7 uur 's avonds wel weer een stuk rustiger.

De rots en de routes
De regio is genoemd genoemd naar de steensoort van de massieven: dolomiet. Deze steensoort kàn solide zijn, maar je vindt er vaak toch ook veel brokkelige stukken. De rots in de buurt van de Sella-pas is relatief vast. Nog steeds moet je rekening houden met steenslag veroorzaakt door andere klimmers die boven je rots lostrappen of -trekken. Naast de relatieg goede kwaliteit van de rots zijn ook de veelzijdige mogelijkheden een belangrijk pluspunt van de omgeving van Sella. Je vindt er zowel klassiekers, moderne lange routes, sportklimmen en je kunt er eventueel ook boulderen.

Behaking
De behaking is zeer varierend in de Dolomieten. Moderne routes en sportklimgebieden zijn meestal redelijk tot goed behaakt.Ga je een klassieker in dan moet je rekening houden met heel andere omstandigheden. De behaking, voor zover al aanwezig, bestaat vooral uit mephaken van wisselende kwaliteit. Dit geldt zeker ook voor de standplaatsen. Je moet daarom geoefend zijn in het leggen van mobiele zekeringen en het benodigde materiaal bij je hebben. Een goed gelegde eigen zekering is vaak vele malen betrouwbaarder dan het reeds aanwezige materiaal. Door het routeverloop en de kwaliteit van de standplaatsen is abseilen vaak geen optie. Houd hier rekening mee bij de keuze van de moeilijkheid van de klassieker die je gaat doen.

De beste tijd
Door de ligging op hoogte (rond de 2200m) kun je hier het beste in de zomer klimmen. De noordwanden zijn goed te doen in de periode juli-september, de zuidwanden vanaf juni tot oktober.

Verblijf
Er zijn talloze pensions, hotels en (luxe) hutten. Kamperen kun je in Wolkenstein, Kolfuschg/Colfosco en in Canazei. Wij hebben gebivakkeerd, dit is (onder meer) toegestaan op de parkeerplaats vlakbij de Sellapas en op de parkeerplaats van de Ferrata Tridentina.

Nota Bene: Klimmers die wij ontmoet hebben logeerden op de camping in Kolfuschg. Het personeel bleek bijzonder onvriendelijk en de campinggasten werden op een absurde manier de hele dag gcontroleerd op mogelijk slecht gedrag.

Topo's:
Wij hebben gebruik gemaakt van de volgende topo's:
  • 'Kletterführer Alpen V bis VIII', Nicole Luzar & Volker Roth, Topoguide.de, Band 1,2005, ISBN 3-00-016204-6.
  • Klettern in GRÖDEN und Umgebung. Die schönsten Routen in den Dolomiten, Mauro Bernardi, Athesia, 2009, vierde herziene versie, ISBN 978-88-8266-609-5.
  • Classic Dolomite climbs: 102 high quality rock-climbs between the UIAA grades III and VII, Anette Köhler and Norbert Memmel, Bâton Wicks Publications, 1999, ISBN 1-898573-34-4.
Als je klassiekers wil klimmen dan raden wij 'Kletterführer Alpen' aan, omdat deze de beste informatie geeft over de kwaliteit van de rots, de behaking en het verloop van de route.

Voor het sportklimmen is geeft deze topo het meest volledige overzicht:
  • Arampicata sportive e vie moderne in Val di Fiemme, Val di Fassa, Val Gardena e Alta Val Badia, Gabriele Bonanno, Lagir Alpina, juni 2010.

Non-stop-waardering: 4 sterren voor het klimmen (het lawaai en de drukte niet meegeteld).

Esther