maandag 5 januari 2015

Bivak met een busje, hoe doe je dat? Deel 1.

Wild kamperen met een busje, hoe doe je dat? Die vraag krijgen we regelmatig - zowel van mensen zonder als mèt busje. Eigenlijk is het heel eenvoudig. Pieter heeft zelf een bestelbus omgebouwd tot eenvoudige camper. We kunnen in de bus zitten, slapen en opbergen. Koken en wassen doen we buiten.

Slapen en opbergen

De bus hebben we goed geïsoleerd en we hebben donzen slaapzakken. Ook al vriest het buiten, wij hebben tot nu toe steeds goed kunnen slapen. We hebben geen verwarming in de bus, maar die missen we ook niet.
Verder kunnen we in de bus onze spullen opbergen. Voor ons is het van groot belang dat de bus een beetje handig is ingericht, zodat er veel spullen mee kunnen. Als je een jaar lang in een busje wilt leven zoals wij dat nu doen (en ook al eerder gedaan hebben), neem je best wel veel mee.
Het bed is smal (1.20m breed) waardoor we ruimte overhouden om spullen op te bergen. Naast het bed hebben we een kastje met kratjes waarin we de kleding opbergen en wat spullen die we bij de hand willen hebben. Onder het bed passen 8 grote kratten. Die kratten staan per 4 op een lade. Als je de achterklep van de bus opent, schuif je een la open en kun je bij de klimspullen, de klimgidsen (één hele krat!), de kookspullen, het eten, de (klim)schoenen en wat persoonlijke spullen. Tussen het bed en de stoelen voorin past nog een fiets (of een hond), maar die hebben we deze reis niet bij ons. 

Waar parkeren

We staan meestal in de buurt van een klimmassief. Dat is meestal lekker rustig en niemand heeft daar last van ons. Sommige klimgebieden zijn zó populair (zoals Siurana in de kerstvakantie) dat je er zij aan zij naast andere busjes staat. Soms hebben we daar geen zin in en dan gaan we wat verder af staan. Het voordeel van onze bus is dat je niet kunt zien dat je er in kunt slapen. We gebruiken hem dus ook wel eens in Nederland om naar een concert te gaan. De bus zetten we dan ergens in de stad weg en na het concert rollen we zó ons bed in...

Wassen
Het liefst staan we in de buurt van stromend water. Dat is handig als je jezelf wilt wassen of de was wilt doen. In de wintermaanden kan dat wel erg koud zijn, maar daarvoor hebben we een zogenaamde 'solardouche'. Dat is een zwarte kuntsstof zak die je kunt vullen met water. Als je hem dan in de zon legt (stel dat die er is), dan heb je aan het eind van de dag lauw of warm water. Met een pannetje water en een washandje wassen we ons dan bij de bus. Meestal na het klimmen, als we onder het stof en het zweet zitten, èn de zon er nog is. Lekker warm is anders, maar je gaat er niet dood aan. In de overige maanden is het vaak geen probleem: dan gaan we gewoon het water in. Als we in de buurt van de zee klimmen, zijn er vaak wel koude douches op het strand te vinden.

Een beschrijving van koken, de was doen en toiletteren volgt later.
Esther
©2014 nonstopclimbing.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten